Uitsluiting
Voor het ongeluk geboren
“Boer!” nog steeds fungeert deze uitroep als belediging, en deze negatieve connotaties komen niet uit de lucht gevallen. Neem bijvoorbeeld deze prent: “’t Bestolen boertje”. De centrale figuur, een boer, laat zich niet één, niet twee, maar liefst drie keer op rij bestelen. Drie ‘schurken’ stelen de een na de ander de geit die hij wil verkopen, de ezel waarop hij rijdt en ten slotte zelfs de kleren die hij droeg. Telkens door sluwe, maar simpele listen. Net als bijna alle volks- en kinderprenten draagt ook deze een moraliserende boodschap, die kan men hier samenvatten met het gezegde ‘veel te goed is half zot’. Toch is ook de keuze van de personages hier niet toevallig. De negatieve vooroordelen rond boeren doen al sinds de middeleeuwen de ronde. De steden keken altijd al neer op het platteland. De mensen daar werden gezien als onbeschaafd en simpelweg dom. Deze neerbuigende houding is in deze prent al te bemerken in de woordkeuze “boertje”. Wat nog opvalt is dat, de dieven niet lelijker of armoediger worden afgebeeld dan het hoofdpersonage. Alle vier lijken ze tot het ‘schorriemorrie’ te behoren, het enige verschil is dan dat de boer wegens zijn gebrekkig verstand nog wat lager ingeschat wordt. Ook de uitdrukking op het gezicht van de boer spreekt wat dit betreft boekdelen. Een interessant contrast met de prent “De Legende van Alexis den Onoozelen”, waarin minderbegaafdheid net wordt geprezen.